Manuel & Adriana Costa

Adriana Costa

Manuel Costa

Tekst: Eva Breukink
Fotografie: Studiorootz | Berber van Beek

We doen alles met z’n tweetjes.

Manuel & Adriana Costa -

Sinds ze elkaar in 2015 hebben ontmoet in Colombia zijn ze onafscheidelijk: Manuel en Adriana Costa. Adriana (1974) weet als dochter van een grote Colombiaanse koeienboer precies wat een melkkoe nodig heeft om zich goed te voelen en optimaal melk te produceren. Manuel (1966) is van Portugese afkomst en leerde van zijn ouders de kneepjes van de groente- en fruitteelt.

Op datzelfde terrein van ongeveer 19.000 vierkante meter op Curaçao waar Manuel opgroeide tussen velden met groenteplanten en fruitbomen, heeft hij samen met Adriana een klein, gemengd boerenbedrijf. Maar anders dan haar vader die een commerciële melkveehouder was met meer dan 2.000 dieren, heeft Adriana met haar man zo’n twintig koeien en enkele stieren. Ook lopen er schapen, geitjes en ganzen rond op de boerderij. In andere hokken zitten een paar kwartels en een varken. Die dieren zijn hun ‘kinderen’, daar draait alles om. Daar staan ze voor op, om een uurtje of vijf, zes in de ochtend, en daarvoor gaan ze bijna nooit eerder dan tien uur naar bed.

Ze doen alles met z’n tweetjes. Dan zorgt Adriana dat de velden olifantsgras water krijgen en mest de stallen uit en brengt Manuel de bestellingen melk rond. Dan bouwt Manuel een nieuw afdak, terwijl Adriana de koeien eten en water geeft. Dan maken ze, als er voldoende melk is, samen yoghurt, boter of kaas. Ze zijn een team. Het echtpaar Costa houdt zo, als een geoliede machine, de boerderij draaiende.

Boeren uit liefde

Liefde. Die enorme liefde voor elkaar en voor de dieren en planten geeft Manuel en Adriana de kracht en energie die nodig is om de boerderij te runnen. Vanuit die liefde hebben ze de stallen gebouwd, het gras gezaaid en de fruitbomen geplant. De verantwoordelijkheid is enorm. Een koe kan geen dag zonder eten, het gras geen dag zonder water.

Manuel

“Ik was acht jaar toen mijn ouders dit terrein hebben gekocht. Het was gewoon een oerwoud. Ze hebben het schoongemaakt voor de plantage. Mijn vader is dertig jaar geleden teruggegaan naar Madeira, daar is hij geboren. Voordat ik Adriana leerde kennen, teelde ik hier groente en fruit. Samen met haar kocht ik zeven jaar geleden onze eerste koe en zo zijn we begonnen.

Mijn schoonvader is twee jaar geleden overleden, maar was hier een paar keer drie maanden achter elkaar. In die periodes heb ik heel veel van hem geleerd, zelfs hoe je kunt voelen of een koe drachtig is en hoe groot het kalf is. Dat is niet gemakkelijk. Je vingers zijn daarbinnen dan je ogen. We verzorgen de koeien zo veel mogelijk zelf, ook als ze ziek zijn. Een infuus om aan te sterken, een injectie tegen een infectie of een hechting, ik doe het.

Als een koe gaat baren helpen we het kalf ter wereld komen. Dat stiertje, Junior, heb ik vandaag ingespoten tegen vlooien. Hij is nog geen drie maanden oud en kijk hem nou! De meeste stiertjes gaan weg voor het vlees. Ik verkoop ze alleen aan iemand als ik zeker weet dat ze goed verzorgd worden en geen honger zullen lijden. Wij hebben niet veel nodig, want we hebben geen kleine kinderen. Ik heb een dochter op Curaçao en Adriana een zoon in Colombia, maar die zijn beide al volwassen.”

Minder onkosten, nauwelijks afval.

Adriana Costa -

Adriana

“Het was een grote stap om met Manuel mee naar Curaçao te gaan. Als alleenstaande moeder was ik in Colombia een onafhankelijke vrouw met een goede baan. Ik werkte als veiligheidsinspecteur voor verschillende bedrijven, onder andere bij de Coca-Cola fabriek. Mijn ouders, mijn familie, het ouderlijk huis, het was moeilijk om dat allemaal achter te laten. Toch heb ik geen spijt. Ik mis mijn land, natuurlijk, maar ik ben blij dat ik hier ben.
Ik hou ontzettend veel van dieren. Als een dier lijdt, voel ik die pijn. Wat ik van koeien weet, heb ik meegekregen van mijn vader, van kleins af, maar ook later. Ik weet waar je op moet letten. Daar in die stal ligt nu een koe die binnenkort gaat bevallen van een kalfje. Ze voelt zich niet lekker. Dat kun je zien aan haar oren, die liggen helemaal plat naar achteren. Misschien heeft ze krampen.

Rancho Agropecuario Patricia

De koeien vormen de harde kern van het gemengde boerenbedrijf van het echtpaar Costa: Rancho Agropecuario Patricia. Patricia is de tweede naam van Adriana. ‘Agropecuario’ is Spaans voor agricultuur (agro) en veeteelt (pecuario). De achterliggende gedachte is dat die combinatie het mogelijk maakt om als boerderij helemaal zelfvoorzienend te werken. Uit hun eigen ‘thuiswinkel’ halen Manuel en Adriana melk, boter, kaas, eieren, fruit, groente en vlees. Zij verdienen hun geld hoofdzakelijk met de verkoop van melk en melkproducten, maar ook mest en bananen. Die producten zijn op de boerderij te koop en in de meeste grote supermarkten op het eiland.

Het streven is om gebruik te maken van alles wat de boerderij voortbrengt. De mest bijvoorbeeld, gaat naar het veld met olifantsgras en het verse gras is weer voeding voor de koe. De cirkel is rond. Dat heeft twee grote voordelen: een besparing op de inkopen en minder afval. Die filosofie raakt aan de uitgangspunten van de permacultuur, een alternatieve teeltmethode en levensstijl waarin de zorg voor aarde en mens en eerlijk delen centraal staan.

Geboorteregeling

Bij Rancho Agropecuario Patricia hebben alle koeien en stieren hun eigen file in de computer. Daarin is de naam en geboortedatum opgenomen en alle bijzonderheden, zoals waarmee het dier wanneer is ontwormd, een infectie of andere ziekte en de behandeling van een schaafwond.

De hoeveelheid melk die een koe produceert, hangt onder andere samen met het moment waarop zij een kalfje heeft gebaard. De melkproductie is een tot twee maanden na de bevalling op zijn top, daarna neemt het aantal liters langzaam maar zeker af en na acht tot tien maanden ligt de productie bijna stil. Manuel noemt als voorbeeld een van zijn toppers die tot zes maanden nadat haar eerste kalf was geboren nog zeker twintig liter melk per dag gaf.

Manuel en Adriana geven hun koeien zestig dagen de tijd om bij te komen van een bevalling. Pas na die twee maanden mag een van de stieren de koe weer dekken. Minimaal 45 dagen voor de bevalling staat een koe ‘droog’. Het hele jaar door zijn dan ook nooit meer dan twee of drie koeien tegelijk drachtig, om te voorkomen dat er een tekort aan melk is. In die droge periode maakt de moeder in spé ‘colostrum’ aan, ook wel biest genoemd. Die eerste dikke melk die het kalfje na de geboorte drinkt zit bomvol met eiwitten en voedingsstoffen. Heel belangrijk om te groeien en weerstand op te bouwen. Zo’n pasgeboren kalf drinkt de eerste weken acht tot soms wel twaalf liter melk per dag bij de moeder. 

We gooien niets weg.

Manuel & Adriana Costa -

Echte koeienmelk

Op de boerderij is een speciale stal ingericht waar de koeien vroeg in de ochtend worden gemolken. Dat gaat heel gemoedelijk. De deur van de stal staat open en Manuel en Adriana roepen ‘hun kroost’ bij de naam: Luna! Promes! De koe sjokt naar binnen, wordt voor de zekerheid met een touwtje aan de poten vastgezet, en met een machine gemolken, terwijl ze uit de bak voor haar eet.

Rancho Agropecuario Patricia levert elke week, soms twee keer per week, gepasteuriseerde melk aan de grotere supermarkten op het eiland. Daarvoor is de melk in flessen in een centrifuge tot 74 graden verwarmd en in vijftien seconde snel afgekoeld. Die ‘thermische shock’ zorgt ervoor dat de micro-organismen gedood worden. Dit is zo’n klusje dat Manuel en Adriana het liefst samen opknappen. Met dezelfde toewijding die ze hebben voor hun dieren vullen ze de flessen en plakken er de sticker op van hun bedrijf.

Alleen als de melkproductie van de koeien goed op peil is, blijft er genoeg melk over om andere producten van te maken. Yoghurt bijvoorbeeld en boter of kaas. Dat gebeurt in kleine hoeveelheden die alleen op de boerderij zelf worden verkocht. Manuel en Adriana maken smeerkaas en de typische ‘Paisa’ van Medellin, genoemd naar de gelijknamige regio in Colombia.

Vers gras en suikerriet

Voor een optimale melkproductie is het belangrijk dat de koeien goed voer krijgen en voldoende vocht. Achter op hun land telen Manuel en Adriana olifantsgras en suikerriet. Daarmee hebben ze het grootste deel van het voedsel voor hun dieren in eigen beheer. Een paar jaar geleden heeft Manuel een pick-up vol met olifantsgras gekocht bij een bedrijf aan de Seru Loraweg. Het gras kan 3,5 tot vier meter hoog worden, vandaar de naam. Met voldoende water groeit het als kool en bevat na ongeveer drie maanden alles wat een koe nodig heeft: ruwe materialen in de harde steel aan de onderkant, proteïne in het middenstuk en vocht in de punten.

De koeien krijgen elke dag vers gesneden gras. Als de stelen van het gras of het suikerriet wat te hard zijn, worden ze in kleine stukjes gehakt met een machine en in de voederbakken onder alle dieren verdeeld. Hoeveel gras Manuel en Adriana op een dag snijden, hangt af van wat zij de koeien extra te eten kunnen geven. Een koe eet doorgaans tien tot twaalf procent van haar lichaamsgewicht aan gras. Dat kan oplopen tot 50, 60 kilo per dag. Zo nu en dan krijgt de boerderij bierbostel van een brouwerij en op het erf staat een flinke hoeveelheid melasse uit Colombia opgeslagen. De bostel en melasse worden vermengd met de fijngehakte grasstengels en als bijvoeding aan de dieren gegeven.

Mest voor het gras, vers gras voor de koe.

Manuel Costa -

Het gras is niet alleen zo hoog als een olifant, maar ook net zo dorstig. Op het erf zorgen een put, pompen en twee regenbakken dat er het hele jaar door voldoende water beschikbaar is. Het water wordt via leidingen vanuit de regenbakken naar het land gepompt en vandaar naar de slangen die tussen de gewassen liggen. Het terrein waarop het olifantsgras en suikerriet groeit, is verdeeld in meer dan twintig secties. Het is een kwestie van om de twintig, dertig minuten een kraan open en dicht draaien. Zo krijgt de aanplant elke dag, deel voor deel, water.

Nieuw gras, meer schaduw

Veel groter en commerciëler hoeft het allemaal niet. Manuel en Adriana hebben wel plannen om wat er is te verbeteren en uit te bouwen. Boven het veld waar de koeien los rondlopen, maakt Manuel een grote overkapping, zodat er meer schaduw is. “Ze hebben dan minder last van de hitte, dat is beter voor hun gezondheid en voor de melkproductie.” Ook gaat hij op een deel van het terrein kruipgras uit Colombia planten. Dat groeit daar op de weilanden. “Het bevat meer proteïne dan olifantsgras en heeft minder water nodig”, zegt Manuel.

De boerderij is bijna helemaal zelfvoorzienend.

Manuel & Adriana Costa -

Kijk! Wat onze negende boeren, Manuel and Adriana Costa, te zeggen hebben!

Leer meer boeren kennen