Ahmad Ayoubi

Tekst: Eva Breukink
Fotografie: Studiorootz | Berber van Beek

De bijenfluisteraar

Na al die jaren dat hij imker is, heeft een bijenvolk voor Ahmad Ayoubi (1951) nog maar weinig geheimen. Ayoubi weet precies wat zich in zijn zestig bijenkasten afspeelt en wanneer het tijd is om de honing te oogsten. In Libanon groeit hij ermee op, zijn hele familie heeft bijen. Maar als hij op achttienjarige leeftijd naar Curaçao vertrekt, wijst niets erop dat hij die familietraditie zal volgen. Hij begint als meubelmaker op het eiland in de meubelzaak van een Libanese immigrant. De jonge, ambitieuze Ahmad ziet wel wat in het aanbod van zijn landgenoot en neemt de stap om zijn geboorteland te verlaten met het idee ooit naar de Verenigde Staten te gaan. Hij maakt idioot lange dagen, van zeven uur ’s ochtends tot één uur in de nacht. Diep van binnen weet hij dat het goed komt en uiteindelijk betaalt die eerste zware periode zich dubbel en dwars terug. Met de overuren die hij tot op het laatste dubbeltje krijgt uitbetaald, heeft Ayoubi een mooi spaarpotje om voor zichzelf te beginnen.

Eerst verkoopt hij zijn handelswaar nog op straat. Met zijn Amerikaanse stationwagen rijdt hij van huis naar huis. Hij heeft van alles te koop: meubels, radio’s, ijskasten. De zaken gaan goed en als hij voor een zacht prijsje een grote partij spullen kan overnemen van een winkel die failliet is gegaan, grijpt Ayoubi zijn kans. In 1975 opent hij Muebleria La Belleza. De jonge ondernemer uit Libanon heeft succes. Vijf jaar later is zijn meubelzaak de grootste van het eiland. Het gaat lang goed. Maar in 2010 sluit Ayoubi de winkel na wat tegenslagen. Alsof het zo is voorbestemd, kiest hij dan toch de richting die zo’n beetje zijn hele familie op is gegaan. Ahmad Ayoubi wordt bijenhouder. Het begint met een advertentie in de krant. Wie last heeft van bijen kan hem bellen. Hij haalt het bijennest gratis weg. Zo verzamelt imker Ayoubi het ene na het andere bijenvolk. En dat doet hij nu nog steeds.

S.O.S. voor bijenoverlast

“Ik ben nu 71 jaar en haal nog steeds bijennesten op, soms wel acht of negen op een dag. Bij mensen thuis, bij bedrijven, in de natuur. Die nesten vind je op de raarste plekken en kunnen voor behoorlijk wat overlast zorgen. In het plafond van de badkamer bijvoorbeeld. Vier jaar geleden ben ik nog naar vijftig meter geklommen in een schoorsteen van de raffinaderij. Als de bijen zo extreem hoog zitten, gebruiken we meestal een vrachtwagen met een liftje. De politie, de overheid, Aqualectra, ze hebben allemaal mijn naam en nummer en bellen mij als er overlast is.”

“We halen het nest weg, nemen het hele bijenvolk mee en zetten dat in een kast. We houden het volk rustig met rook uit een roestvrijstalen kannetje met karton en tabak. De bijen voelen zich bedreigd en zuigen zich vol met nectar. Met die kostbare lading zijn ze minder agressief. Een bij die steekt, gaat daarna dood. Ik wil de bijen niet doden, maar soms kan het niet anders. Als het nest bijvoorbeeld ergens in de leidingen zit op het Isla-terrein kun je geen rook gebruiken. Dan maak ik het gat gewoon dicht. Bijen zitten vaak in de speakers van een geluidsinstallatie. Dan breng ik de speaker met bijenvolk hier in Suffisant, waar al mijn kasten staan. Zo’n volk laat ik dan eerst even tot rust komen.”

“Je moet weten hoe met bijen te werken. Ik was zeven, acht jaar en keek hoe mijn broers, mijn zwagers en mijn ooms in Libanon het deden. Zo leerde ik hoe het moest. Dat was mijn basis toen ik op Curaçao begon als bijenhouder. In de loop der jaren is er meer onderzoek gedaan en werden er nieuwe methodes en technieken ontwikkeld. Nu werken we bijvoorbeeld op basis van een standaard ontwerp van een kast uit de Verenigde Staten. Daarin hangen al raamwerken. Dat bespaart de bijen veel werk. Die hoeven geen materialen meer te zoeken om de raten van te maken. Daardoor produceren ze al na drie maanden honing in plaats van na zeven maanden. Ik heb veel te danken aan huisarts Sommer in Barber. Hij heeft me geleerd om op een modernere manier bijen te houden, meer sophisticated.”

Help! Bijen in de badkamer!

AHMAD AYOUBI -

‘Honeybee democracy’

Imker Ayoubi maakt een deel van zijn bijenkasten zelf van multiplex. Dat vraagt de nodige precisie en concentratie en daarbij komen zijn vaardigheden als meubelmaker goed van pas. De kant-en-klare kasten bestelt hij in de Verenigde Staten, maar die zijn duur. In een grote bijenkast met twee verdiepingen wonen zeker 20.000 bijen. Iedere bij krijgt bij de geboorte een specifieke taak mee, maar die kan veranderen afhankelijk van de omstandigheden in het nest en van wat er op dat moment het hardst nodig is. Ayoubi vergelijkt het met een parlement in een land. Een groep uit het bijenvolk beslist wat er moet gebeuren. Of er meer nectar nodig is. Of het tijd is voor een nieuwe koningin. Of er te weinig mannetjesbijen zijn. Het werk wordt verdeeld en iedere bij houdt zich aan de regels. Dat is het geheim van de ‘honeybee democracy’, de democratie van een bijenvolk.

Ik neem het hele bijenvolk mee en zet dat in een kast.

AHMAD AYOUBI -

De koningin: moeder van het volk

Anders dan de naam doet vermoeden, is het niet de koningin die beslist over het reilen en zeilen in de korf of bijenkast. Haar kinderen hebben de touwtjes in handen. De koningin is vooral gewoon de moeder, ‘moer’, van het bijenvolk. Zij doet niets anders dan eitjes leggen, wel 1.500 per dag. Afhankelijk van wat er nodig is in het nest, kiest de koningin om een eitje al dan niet te bevruchten met de spermacellen die in haar buikholte zijn opgeslagen. De bevruchte eitjes legt zij in de kleine zeshoekig celletjes; dit worden de bijenvrouwtjes (werksters). De onbevruchte eitjes groeien uit tot mannetjes (darren) en liggen in de grotere cellen in de raat.

Ayoubi kan, zonder een kast open te maken, voelen of er voldoende honing in zit. Pas als de meeste cellen in de raten netjes zijn verzegeld, is het tijd om te oogsten. Dat gebeurt meerdere keren per jaar en vaker in de regentijd, dus van november tot en met februari. Ayoubi en zijn medewerker dragen voor de zekerheid een speciaal imkerpak en gebruiken rook om de bijen rustig te houden. Want zo’n volkje is niet altijd even blij met onverwacht bezoek en kan wat prikkelbaar zijn.

Van de rook worden de bijen rustig.

AHMAD AYOUBI -

Puur natuur

De honing van de imker is niet bewerkt en er is niets aan toegevoegd. Dat is het verschil met de producten uit een fabriek. Die blijven vaak vloeibaar en zijn dan verhit onder grote druk en door fijne filters geperst. Een imker als Ayoubi slingert de honing koud uit de raten en geeft zijn bijen geen bijvoeding, zoals suikerwater. Ook niet in de droge tijd als er weinig bloemen zijn en een volk dus minder nectar en stuifmeel binnenhaalt. Zijn honing, Pure Honey De Savaan, is puur natuur en vol van gezonde vitamines en enzymen.

Het begint altijd met de nectar die de bijen binnen brengen. Die wordt opgeslagen in de cellen in de raten. Het is dan aan de groep verzorgsters in de kast, ongeveer een derde van het volk, om ervoor te zorgen dat de honingvoorraad precies voldoende water bevat (negentien procent). Een proces van water opzuigen en drogen, legt Ayoubi uit. Is de honing goed dan wordt de cel afgedekt met een laagje was. ‘Well-done’, noemt Ayoubi dat. In de droge tijd op Curaçao kan het zijn dat de bijen de cellen weer hebben opengemaakt en leeggezogen. Dat is hun goed recht, tenslotte is dit de reservevoorraad voor het bijenvolk en hebben de bijen die niet aangelegd voor mensen om van te snoepen.

In mijn familie waren veel bijenhouders.

AHMAD AYOUBI -

Pure Honey De Savaan

De rekjes uit de bijenkasten worden in een cilinder gehangen die gaat draaien. Zo slingert de honing uit de raten naar de zijkant van de ketel en zakt naar de bodem. Daar onderin is een kraantje aangebracht, om de honing af te tappen. Ayoubi heeft ook klanten voor de raten van de bijennesten. Die worden aangeboden in bakjes. Dan nog de sticker van Pure Honey De Savaan op de flessen en de bakjes en de oogst is klaar voor de verkoop. Het bedrijf produceert ongeveer 1.000 kilo honing in een jaar.

Aan de honing is niets toegevoegd.

AHMAD AYOUBI -

Super bijproduct: bijenwas

Honingbijen gebruiken een vettige stof om hun raten mee op te bouwen. Met die bijenwas maken zij met hun pootjes de zeshoekige cellen waarin honing en stuifmeel wordt opgeslagen. Die was zou ontstekingsremmende eigenschappen hebben en is een heel goed middeltje voor allerlei toepassingen. Bijvoorbeeld om meubels mee in te wrijven en weer te laten glanzen, of in huidverzorgingsproducten vanwege de hydraterende werking. Van bijenwas worden kaarsen gemaakt en mensen gebruiken het van oudsher om gaatjes in hun gebit te vullen. De was smelt al bij 65 graden Celsius en stolt na afkoeling. Imker Ayoubi gebruikt de raten van bijennesten die hij ophaalt voor de bijenwas. De honingraten worden uitgekookt. Het vuil drijft naar boven en de pure was zakt naar beneden. Een deel van de was zet hij in zijn bijenkasten. Dat kunnen de bijen gebruiken om verder te bouwen aan de raten. De rest biedt hij te koop aan.

Bijen hebben een specifieke taak.

AHMAD AYOUBI -

Kijk! Wat onze vijfde boer, Ahmad Ayoubi, te zeggen heeft!

Maak kennis met meer boeren