Mijn deftige dames gaan hier met pensioen.
Nu hij een stekje heeft op het terrein van Hofi Cas Cora is de tijd rijp voor een commerciëlere aanpak van zijn geitenboerderij Joubert Goat Farm. Een leven zonder zijn kudde kan Eithel Joubert (1956) zich eenvoudigweg niet voorstellen. Hij zorgt voor zijn dieren als een liefdevolle ouder voor een kind. Zelf heeft hij verder niet veel nodig. Als hij rustig kan leven van de opbrengst van de melk en de kaas en zo nu en dan zijn zonen kan opzoeken, dan is hij al een tevreden mens.
Joubert is de enige geitenboer op Curaçao die zelfgemaakte geitenkaas verkoopt aan supermarkten en restaurants. Dat begint zo’n vijfentwintig jaar geleden heel kleinschalig met achttien geiten, tijdens een vakantie op Bonaire. Zelf woont hij dan nog in de Verenigde Staten. In 2007 keert Eithel Joubert terug naar Curaçao en laat de kudde geiten met een scheepscontainer vanuit Bonaire overkomen. Zo gek is dat niet.
Generatie op generatie Joubert is boer. Zijn overgrootvader op Wacawa, zijn opa bij Piscadera en zijn vader bij Landhuis Noordkant. Eithel groeit op tussen de kippen en konijnen. Geiten zijn er altijd. Dus ligt het voor de hand dat hij na bijna 37 jaar in Colombia en de VS het boerenleven weer oppakt op zijn geboorte-eiland. Dat gaat met de nodige tegenslagen. Hij zet door, koppig als hij is.
De diefstal van zijn geiten, problemen met zijn gezondheid, niets houdt hem tegen. Zijn grote wens is om mensen met een handicap een dagbesteding te kunnen bieden op de boerderij. Joubert werkt daarom samen met de Stichting Opvoedingsondersteuning aan Kinderen met een Handicap (S.O.K.H.). Het liefst zou hij in stilte, incognito, zijn kaasboerderij verder op poten zetten. Maar voor die extra stap kan hij wel een duwtje in de rug gebruiken met wat aandacht en publiciteit.
Vijf tot zes liter melk voor een kilo kaas.
“Dit zijn mijn deftige dames. Ze hebben een nummer, maar sommige ook een naam. Teres, Giraf, Bambi, Mimi. Ik was gestopt met namen geven, omdat ik op die vorige plek veel last had van diefstal. Daar hebben ze in een nacht 27 van mijn geiten gestolen. Het is verschrikkelijk. Het zijn mijn dieren. Ze zijn bij mij geboren en ik zie ze opgroeien.”
“Ik ken mijn kudde door en door. Ik weet precies wie de baas is van het stel. Als zij gaat eten, volgt de rest vanzelf. Dan zijn er de kleintjes, mager en bang. Die komen pas tevoorschijn als iedereen weg is. Bijvoorbeeld zo’n geitje dat is afgestoten door de moeder. Het dronk helemaal zelfstandig melk uit een flesje. Dat ze die dan stelen. Je voelt je machteloos. Dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen. Het duurt minstens twee jaar voordat een geitje melk produceert. Zo ben ik door de jaren heen zestig geiten kwijt geraakt.”
“Als het even kan, blijven ze bij mij, ook als ze te oud zijn om nog melk te geven. Dan, na twaalf, misschien veertien jaar, gaat zo’n deftige oude dame hier met pensioen. De oudste is zeventien jaar geworden. Hofi Cas Cora is mijn trouwste klant, sinds 2015. Dit is een prachtige plek, alles komt samen. Hier heb ik de ruimte om echt iets moois te maken van de boerderij.“
Eithel Joubert woont dicht bij zijn 100 geiten. Na een lange werkdag, net nadat de avond is gevallen, verdeelt hij zijn kudde over twee containers en doet de deur op slot. Dat geeft hem rust. Dat idee, dat zijn geiten een veilige plek hebben voor de nacht. Even verderop staat de containerwoning. Daar stapt Joubert zelf bijtijds zijn bed in. Want de dag van de geitenboer begint rond vijf uur in de ochtend. Tijdens het melken, terwijl de zon opkomt, met een emmertje tussen zijn benen en de handen aan de spenen van een uier, overdenkt hij hoe de dag eruit gaat zien. Meestal moet er van alles gebeuren. Melken, voer geven, de kudde laten grazen tijdens een wandeling in Hofi Cas Cora, kaas maken en verpakken, etiketten plakken.
Voor de kudde is er, tussen al die containers, een ruim terrein afgezet. Daar kunnen de geiten rondlopen en krijgen ze hun eten en drinken. Daar, een paar stappen van zijn woning, kan boer Joubert zijn dames ook goed in de gaten houden. Hoe ziet de vacht eruit? Is er een bij die zich anders gedraagt dan normaal? Is er een ziek? Maar het kan ook zijn dat een geit toe is aan wat extra verzorging, zoals het knippen en vijlen van de nagels.
Het is een divers gezelschap van geiten dat daar achter het hek staat: jong en oud, klein en groot, zwart, wit, bruin, of met een vacht in verschillende kleuren. Maar een ding hebben ze gemeen: hun ras. Alle geiten van Eithel Joubert zijn afstammelingen van dezelfde overgrootmoeder. Die stamhoudster is net zoals haar nazaten, een ‘Anglo Nubian’, een kruising van een ras uit Engeland en een uit India. De kudde verjongt zichzelf jaarlijks.
Moeder geit is 150 dagen drachtig en de twee maanden voor de geboorte van haar kindjes arbeidsongeschikt. Eén maand lang gaat de complete melkproductie in haar uier ook nog eens naar de lammetjes. Het jonge spul gaat daarna nog even aan de fles met poedermelk. Zo’n kudde met 100 geiten geeft natuurlijk dagelijks veel keutels. De mest verkoopt Joubert door aan andere boeren.
Boer Joubert heeft in 2017 een container vol met ingekuild gras uit Colombia naar Curaçao laten komen. Een eenmalige actie als test. Met het Colombiaanse gras blijft de melkproductie van zijn kudde op peil. Want in de droge periode is er op het eiland nauwelijks groen gras te vinden. Als er al wat groeit, is het dor en bruin. Groen gras heeft wél voldoende eiwitten en is essentieel om de kudde op gewicht te houden en verzekerd te zijn van een stabiele melkproductie.
In een jaar met veel regen is er geen probleem. Dan doen de geiten zich te goed aan het sappige gras en aan de groene blaadjes van de Wabi. Andere tuinders hebben de weg naar Joubert Goat Farm gevonden en brengen regelmatig tuinafval, zoals het blad van de mangoboom. Smullen voor de geiten! Maar Eithel Joubert wil op een deel van het terrein zijn eigen gras laten groeien. Dat is mogelijk met het water van de zeven putten in Hofi Cas Cora.
Elk van zijn geiten geeft gemiddeld een liter melk per dag. Minder is niet per definitie slechter. Want een deel van de kudde produceert melk met een hoog vetgehalte. Dan kun je met minder melk, meer kaas maken. Maar een geit die op beide fronten, hoeveelheid en vetgehalte, onder de norm presteert, moet echt worden doorverkocht voor andere doeleinden. Dat klinkt hard. Maar zonder voldoende goede melk, blijft de kaasproductie achter. Zo simpel is het.
Een goede kwaliteit melk is de basis voor een smaakvolle kaas. Maar met wat geitenmelk heb je niet een, twee, drie een kaasje in een pakje. Daar gaat een ingewikkeld proces aan vooraf. Elke stap vraagt aandacht, precisie en ervaring. Het risico dat er iets mis gaat, ligt voortdurend op de loer. De opgelegde nauwgezette en stapsgewijze aanpak, past helemaal bij het rustige, ingetogen karakter van Eithel Joubert. Hij heeft vijf tot zes liter melk nodig voor een kilo kaas. De verse geitenmelk gaat in een grote teil en wordt vermengd met stremsel. Daar begint het al: het stremsel moet de melk dikker maker, maar mag niet te warm of te koud zijn.
In deze fase kan het nog alle kanten opgaan met de kaas. Harder of zachter. Rond, in een rol of als blokje. Met peper, met zout of met andere kruiden. Dit is handwerk. Behalve voor het pasteuriseren, komt er geen machine bij kijken. Daarom kan een kaas de ene keer wat anders smaken dan de andere keer. Joubert gebruikt zout van Bonaire. Dat brengt hij aan de buitenkant aan op het moment dat de kaas is uitgehard, dus in principe klaar voor gebruik. Het zout trekt er dan langzaam in. Als er meer melk is dan nodig in verband met de bestellingen, vriest Joubert de nog niet helemaal uitgeharde kazen in. In de vriezer stopt het proces, maar dat gaat na ontdooien weer verder. Zo kan Joubert Goat Farm de levering aan restaurants garanderen.
Voor de geboorte van de lammetjes is moeder geit twee maanden arbeidsongeschikt
De kazen van Joubert Goat Farm zijn puur natuur, zonder enige artificiële toevoeging. Na geduldig uitproberen en verbeteren heeft Eithel Joubert in de loop der jaren een assortiment opgebouwd met hardere en zachtere kazen en verschillende smaken. Van een hard rond, lekker zout bakkaasje tot een zachte, romige rol. Gekruid of met flink wat peper. Met een productie van veertig tot vijftig kilo per week, is er een solide basis voor het bedrijf. Joubert streeft naar 200 kilo kaas per maand. Dan kan hij meer mensen in dienst nemen. Dan kan hij uitgroeien tot het moederbedrijf met de beste geitjes op het eiland. Dan kan de boerderij zelf gras gaan produceren en verkopen. De samenwerking met Hofi Cas Cora geeft Eithel Joubert de ruimte en de mogelijkheden die hij nodig heeft om het bedrijf verder te ontwikkelen.