Van Eigen Bodem: Een Onderzoek naar Consumentengedrag Groente en Fruit op Curaçao
Ik heb mij sinds 2017 flink bezig gehouden met de voedselproductie op Curaçao. Beleidsonderzoek, beleidsontwikkeling, en alles daar tussen, tot het steunen van individuele mensen, voornamelijk jongeren, die hun toekomst in de landbouw zien. In die laatste context heb ik steeds behoefte gehad aan het consumentengedrag van groente en fruit die op Curaçao geteeld worden. Daarom heb ik dit jaar in de periode juni tot juli een klein onderzoek gedaan. In een online vragenlijst die ik naar mijn contacten heb gestuurd met het verzoek om het verder te verspreiden, heb ik tien vragen voorgelegd aan de ontvangers. 97 van de 200 mensen die een link naar de survey hebben ontvangen, hebben gereageerd. Het resultaat deel ik nu met u.
Wij hebben eerst gevraagd of respondenten groente en fruit consumeren. Dat is bij ruim 98% het geval. Paprika, komkommers, pompoenen, bakbananen en zoete aardappelen zijn de meest populaire groenten en fruitsoorten. Respondenten konden kiezen uit vijf van de 31 items op de lijst, waaronder een andere soort dan de 30 genoemde door de respondenten. Guess what? Die categorie behoorde samen met “kalalu”, mango, tamarinde en “bonchi kunuku” tot de minst genoemde soorten.
Meer dan twintig procent van de ondervraagden eet groente en fruit dat klaar is (gekookt, gebakken, enzovoort). Evenveel respondenten kiezen voor verse niet gesneden groente en fruit en 21% vers, maar gesneden. 16% kiezen voor consumptie in de vorm van sap of “batido”. Het opvallende is dat er slechts 6% voor bevroren, gesneden groente of fruit kiest en bijna 4% voor groente/fruit in blik of glas.
Ruim 38% van de respondenten kopen in supermarkets, 20% in “fruteria” en ruim 15% rechtstreeks bij de boer. Er zijn maar weinig mensen die groente en fruit kopen in minimarkten en kleine winkels of op straat (10%). De meeste mensen doen boodschappen bij kleine winkels vanwege de beschikbaarheid van producten (30%). Bovendien doen ongeveer 25% van de mensen hun boodschappen voor groente en fruit bij de detailhandel die op hun woon-werkroute ligt. Bijna een vijfde van de ondervraagden kiest een specifieke winkel uit vanwege de lagere prijzen en 10% vanwege de hogere kwaliteit. De meeste respondenten doen hun boodschappen in de zones Mahaai-Sta. Rosa, Mahuma-Sta. Maria, Gosieweg-Rancho en Boca Samí-Piscadera, mogelijk gerelateerd aan de ligging van supermarkten en fruteria’s.
Meer dan 46% respondenten besteden meer dan 30 gulden per week aan groente en fruit en ruim 35% tussen 11 en 20 gulden per week.
Het goede nieuws is dat de meerderheid van de ondervraagden (60%) lokaal geteelde groenten en fruit prefereert. Meer dan een derde van de respondenten maakt niet uit of groente en fruit lokaal of geïmporteerd zijn, terwijl minder dan 2% kiezen voor geïmporteerde producten.
Dit onderzoek toont aan dat mensen lokaal verbouwde groente en fruit steeds vaker kopen. Maar, er is nog heel veel ruimte voor groei. Wij zijn er o
ok van overtuigd dat er meer aandacht besteed kan worden aan de voedingswaarde van onder andere “kalalu”, “bonchi kunuku”, “warmus” en “maishi chikí” (sorghum)
Alvin M. Daal is jurist en bedrijfskundige. Hij was van 2017-2020 kabinetschef van de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur. Hij is gepassioneerd door agrobosbouw (agroforestry of syntropic farming). Hij is onderzoeker en schrijver van het boek “Kuenta di mi Tera- Historia di 500+ aña di Agrikultura na Kòrsou” (Het verhaal van mijn bodem – Geschiedenis van 500+ jaren Landbouw op Curaçao), verkrijgbaar bij Mensing Caminada of Bruna.
Voor meer info over Alvin Daal:
